Missen is topsport

Als je maar hard genoeg wil, als je maar hard genoeg probeert, kan je heel erg veel. Dat hebben ze mij verteld. Klinkt mooi op papier. Op papier klinkt alles mooi. Op die manier heb ik leren fietsen. En ik denk dat jongleren, gitaar spelen, en koorddansen ook wel kan lukken. Misschien zelfs schaken én zingen. Of astronaut of koning worden! Ik moet gewoon hard genoeg willen. En oefenen, veel oefenen.

En jou missen?

Ik heb geoefend. Iedere dag één uurtje, van zes tot zeven. Een strak schema. Missen is topsport.

Een kwartiertje opwarming. Opwarmen is belangrijk. Een té plots gemis kan pijn doen. Steken. En doorheen je hele lichaam trekken. Of erger, het kan blijven hangen.

Het moet voorzichtig. Muziekje. Kaarsje. Ideeën en gedachten zachtjes losschudden. Ordenen hoeft niet, en lichtjes zweven mag.

Al ben je er nooit echt klaar voor, dit is hét moment. Een half uurtje doorgedreven gemis. Blader doorheen gedachten. Kijk naar de prentjes en lees tussen de regels. Verzin ondertitels. Iedere keer opnieuw. Vervang vraagtekens door antwoorden. Waar? Wanneer? Wie? Hoe? Wat? En stel ze morgen opnieuw. Nog vijf minuutjes volhouden. De discipline is Spartaans, maar anders leer je ’t nooit. Gebruik al je zintuigen. Het is bijna over nu, maar zelfs de mooiste foto in je gedachtenboek geeft de geur van die éne avond niet weer. Noch het zachte van je haren. Of het lieve in je ogen.

Afsluiten doe je buiten. Op je rug in het gras is ideaal. Zoek sterren. Zoek de maan.

Doe niets. Zet je gedachten en ideeën weer rustig op hun plaats.

De mooiste gedachte mag je houden. Mee in bed nemen. Doodknuffelen. Haar laten verstrengelen tussen je vingers. Ze door haar haren strijken. Mijn lievelingsgedachte is een hele kleine.

"Je kijkt. Ik lach. Jij lacht. Mondhoekjes naar omhoog. Oogjes klein. Nog kleiner. En blauw. Ze schitteren. Vertellen verhaaltjes, zonder woorden. Maar ik lees ze voor het slapengaan." *klik*

De mooiste foto in mijn gedachtenboek. Ik zou hem in mijn broekzak kunnen stoppen zodat ik er altijd naar kan kijken, maar ik wil hem niet kreuken. En ik moet me aan het schema houden, wil ik ooit echt goed worden. Op topdagen doe ik tussen acht en negen alles nog eens over. Ze hebben gelijk de mensen.

Je kàn veel als je ’t maar hard genoeg wil. Mijn gitaarspel gaat er hoorbaar op vooruit. Jongleren doe ik met drie balletjes in plaats van met twee, en bij het schaken voel ik me meer dan eens de koning die zijn koningin beschermt.

… maar jou willen kunnen missen…. Dat nooit.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.