Telefoon! Ik wacht enkele seconden alvorens op te nemen en geniet van de vrolijke tonen die mijn kot in een vreugdesfeer dompelen. Spel van geluid en licht. Herinneringen aan zwoele avonden in de ‘Reflex’ en ‘La Rocca’, discotheken waar ik nooit kom. Een moment van feest voor mij alleen.
‘Hallo, met Maarten’, beantwoord ik de oproep. Dat laatste enkel uit beleefdheid en omdat het me vroeger zo aangeleerd is. De persoon aan de andere kant van de lijn moet, in een diep moment van eenzaamheid, gedacht hebben, laat ik Maarten eens opbellen. Die jongen met zijn zoetgevoicede, warme stem. Die streling voor het oog. Vervolgens moet de persoon in kwestie het telefoonboek gepakt hebben en mijn nummer hebben opgezocht om dat dan heel nauwkeurig over te toetsen. Waarschijnlijk drie keer nagekeken op eventuele fouten. Het moest dus wel ‘met Maarten’ zijn.
‘Dag Maarten, het is met Jasmien. Ik zit hier zo alleen en ik dacht, ik bel Maarten eens. Die streling voor het oog. Die jongen met zijn zoetgevoicede, warme stem'.
Dat is het effect dat mijn stem op meisjes heeft.
Hebt gij geen goesting om naar hier te komen en samen met de andere meisjes de bloemetjes buiten te zetten? In Villa Ernesto een cocktail drinken en ook een danspasje wagen op het ritme van Latijns-Amerikaanse flamengo gitaren.’ Ik aarzelde geen moment. Dit was een kans op liefde en geluk die ik niet aan mij mocht laten voorbijgaan. Ik nam nog snel een extra trui en vatte mijn wandeltocht aan. Het was donker buiten. De enige straatlantaarn knipperde met een zwak, oranje licht. Die zal het ook niet lang meer uithouden. Heel alleen liep ik over straat in de richting van de Vismarkt. Verzonken in gedachten. Vreemd, dacht ik. Twee jaar geleden heb ik die meisjes leren kennen in een ver land en toch zijn we steeds contact blijven houden. Er is daar en toen een band ontstaan die eeuwig zal blijven duren. Een band die landsgrenzen heeft overschreden en het toeval ertoe dwong ons samen te brengen. Ik zou ze geen dag meer kunnen missen en altijd van ze blijven houden. Hun lach is de mooiste lach, en hun tranen zijn de mooiste tranen die ik ooit heb gezien. Het zuiverste zilver als afkomstig uit de fontein waarin engeltjes hun haar wassen om het die typische zilveren glans te geven.
Staveros, toenmalig klasgenoot en vriend, in de eerste plaats vriend, vroeg me of ik geen zin had om mee te gaan snowboarden. Ik twijfelde, maar mijn bedenktijd was kort. ‘Over de sneeuw glijden op een houten plank. Uw haren in de wind en alle zorgen vergeten. Koning van de hele wereld zijn. Een halte op uw eeuwige zoektocht naar liefde en geluk.’ Dat laatste overtuigde mij. Het werd een nooit te vergeten belevenis. Een streling en oefening voor mijn zintuigen. Geuren en kleuren en meisjes waarvan ik het bestaan niet kon vermoeden en die me smeekten hier te blijven wonen. Een witte schittering. Een landschap bedekt met engelenhaar. Hier was wit nog écht wit en stilte nog echte stilte.
Doordat ik als enige jongen van onze groep nog geen ervaring had, kwam ik in een groep met enkel meisjes terecht. Meisjes op een snowboard. Mijn snowboardsletjes. Lise, Jasmien, Hemilie. Sletjes moet je vooral niet te letterlijk nemen, snowboard ook niet. Mooi, mooier, mooist in een steeds wijzigende volgorde die verder van geen belang is. Het maakt mij persoonlijk ook niets uit. Ik ben niet kieskeurig.
Nu ja, misschien zeg ik dit ook maar om de goede vrede te bewaren en misschien heb ik zo toch wel mijn favorietje. Het favoritiseren van een individu is een typisch menselijke eigenschap die zijn weerga voornamelijk in de sport vindt. Een favoriete voetbalploeg, een sportidool. Ook liefde is sport. Liefde is winnen. Verliefdheid is verliezen. Jezelf verliezen in het blinde verlangen naar een ander. Je laten leiden door gevoelens waarover je de controle dreigt te verliezen of al verloren hebt. Natuurlijk heb ik zo mijn favoriete meisje tussen de drie. Vanaf dag één al, denk ik. Mijn verstand heeft het nog nooit gehaald van mijn gevoel voor mooie meisjes met donkere haren en blauwe ogen en zal dat ook nu niet doen.
Zijdezachte haren, een lichaam als met bladgoud bedekt. Een levend engeltje. De mooiste ogen. Het liefste gezichtje. Een natuurlijke uitstraling waarvoor sommige modellen honderden euro’s zouden neertellen. Ze straalt al wat schoonheid is uit. Mijn snowboardsletjes. Waardevolle dingetjes.
Terwijl ik dit schrijf, stijgt een gevoel van weemoed op. Weemoed die ik normaal enkel voel op koude winterdagen wanneer de eerste vlokjes de aarde bedekken onder een maagdelijk witte laag dons. Dan sta ik uren voor het raam en droom over een sneeuwtapijt. Samen met mijn snowboardmeisjes rol ik door de eerste sneeuw. Een ode aan de lichamelijkheid en het verlangen. Een echte liefde brandt diep in onze harten en de kou heeft geen enkele vat op onze halfnaakte lichamen.
Ik voel me net zo een vlokje. Je maakt me warm en ik smelt weg. En jij voelt slechts de kou.
MAAR
Ben ik nu echt weg?
Of zit ik nu in jou?
Ik weet nog goed hoe we besloten hadden om enkele weken na de snowboardvakantie die meisjes weer op te zoeken. Het was een hele onderneming in het licht van de eeuwige zoektocht naar liefde en geluk. Om geen enkele herinnering verloren te laten gaan, had ik daar toen een verslag van geschreven. Zoals we dat vroeger van de meester ook steeds moesten doen als we met school ergens naartoe waren geweest. Naar de suikerfabriek of de steenkoolmijnen. De Ardennen daar zijn we ook vaak naartoe geweest. Een ontwikkelingsgebied dicht bij huis. Een plaats waar de tijd is blijven stilstaan en waar de welvaart en het internet nog niet de bovenhand op de natuur en het geluk genomen hebben. Je kan er nog in de rivieren zwemmen en in de bossen leven nog échte dieren zoals herten en wilde zwijnen. Tegenwoordig gaan schoolkinderen naar Barcelona in Spanje, of ze gaan op snowboardvakantie, maar wij gingen ieder jaar naar die vergeten Ardennen, waar de natuur nog onze aller moeder is en niet onze slavin.
Het verslag dat ik toen geschreven had, was minstens een tien op tien waard. Zo mogelijk misschien nog meer. Uitstekende zinsconstructies en origineel gekozen bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Later wil ik schrijver worden. Dat had ik me toen voorgenomen. De uitgeverijen zullen in de rij staan om de kortverhalen over mezelf en mijn vrienden te publiceren als ik maar hard genoeg mijn best doe. Als ik blijf proberen en in mezelf ga geloven. Ouders lezen hun kinderen voor het slapengaan voor uit mijn werk. Met de paplepel ingegoten cultuur. Honderden kinderen over heel Vlaanderen zullen dromen van de dolle avonturen die ik dag in, dag uit beleef. Spannende, eenzame tochten op de trein, op weg naar een onbekende bestemming. Balancerend op het randje van onze wereldbol. Over geheime romances met mijn snowboardsletjes. Mooie, begeerlijke meisjes met lichamen als met bladgoud bedekt. Ik zal gevierd en aanbeden worden. Op schoolpleinen zal Maartentje gespeeld worden.
En seks. Ik moet seks in mijn boeken steken. De mensen lezen dat graag, de liefde tussen een man en een vrouw. Dan komen de tranen in hun ogen te staan en fantaseren ze over jonge, blonde vrouwen met ontblote borsten in het aanschijn van de maan, terwijl ze de hand aan zichzelf slaan. Een ogenblik lang lijkt het of al het geluk van de wereld zich gecentreerd heeft en daar voor hen, op dat ene moment tot uiting komt. Hedonia is het hoogste doel. Als een duivel uit een doosje, haast onmiddellijk gevolgd door de teleurstelling dat ze weer niet hebben kunnen verzaken aan het lichamelijke en het verlangen. Een daad die ze angstvallig verborgen zullen houden voor hun ouders en familie. Let wel, licht erotiserende, iets aan de verbeelding overlatende erotiek. Naakte lichamen die zich in elkaar verstrengelen en samen één worden en meisjes die elkaar strelen en liefhebben, geen porno. Porno creëert een déjà-vu gevoel bij de mensen en laat geen enkele ruimte voor persoonlijke inleving. Het is altijd hetzelfde. Het gaat vervelen na verloop van tijd. Vrouwen doen zich jonger voor dan ze zijn, maar hun ‘rekbaarheid’ verraadt het aantal anciënniteitsjaren in deze sector. Als voorgeprogrammeerde, geconditioneerde machines nemen zij een roede amandeldiep tussen hun felrood gestifte lippen alvorens zij zich over diezelfde roede laten zakken en ingestudeerde kreetjes het goedkope huiskamerdecor insturen. Sappen lopen van het ene in het andere lichaam terwijl een regisseur zijn cameraman toeroept dit alles in close-up vast te leggen. Op hun gezichten valt dezelfde werkmoeheid af te lezen als die bij een Waalse spoorwegarbeider, maar ze hebben een kind dat de nodige zorgen vraagt en op school vertelt dat mama filmster is. De porno op televisie en internet geeft de mensen een vertekend beeld, alsof seks enkel bestaat voor mooie mensen, met dure kleren en schoenen met de hoogste hakken, iets wat ik al te graag zou willen geloven, maar in de winkel en op straat kom ik enkel dikke vrouwen met plastiek zakjes en regenjassen tegen. Dan droom ik van een betere wereld waar al die liefde en al dat geluk ook is weggelegd voor hen, en waar naakte filmsterren ‘ik hou van u’ fluisteren in het oor van hun tegenspeler. Gewoon uit liefde.
Avontuur en plezier voor de jongeren en seks voor de ouderen. In wezen is het simpel.
Of ze dat dan goede boeken moeten vinden of niet, daar laat ik de mensen vrij in. Wij leven in een land waar het hebben van een eigen mening een bestaansrecht is en ik ga daar niets aan veranderen. Ik dwing de mensen niet om bijvoorbeeld naar de stembus te trekken om daar op electorale wijze te bepalen of mijn boek goed dan wel rommel is. Dat zou nogal moeilijk zijn. Bij ieder nieuw boek dat er verschijnt, zullen wij dan ons potlood moeten scherpen en een bolletje kleuren bij ofwel goed, ofwel slecht. Meerdere keuzes zijn er niet. En het zal niet enkel bij schrijvers blijven. Ook de muzikanten zullen volgen, zodat wij ook op zondagnamiddag zullen moeten gaan stemmen. De boeken in de voormiddag, cd’s in de namiddag. Uiteindelijk zullen wij geen tijd meer hebben om nog te lezen of om naar muziek te luisteren, de nieuwe van Laura Lynn, om maar iets te noemen. Al zou de ultratop er pakken beter uitzien. Als na zo een stemronde de ongeldige stemmen eruit zijn gehaald, kan het tellen beginnen. Je zal het altijd zien: waar gestemd kan worden, wordt er ongeldig gestemd. 85% of meer zou de Nobelprijs voor de literatuur betekenen. Geen gedoe meer met subjectieve of omgekochte juryleden en dergelijke. Het publiek kiest zelf zijn literaire helden. Bij minder dan 40% moet de schrijver een andere job gaan zoeken. Zo geraakt de markt niet verzadigd en krijgt ieder jong talent een eerlijke kans op liefde en geluk en onmetelijk veel succes bij het andere geslacht. Op die manier zouden we vele onnodige discussies kunnen vermijden. Er kan een lijst opgesteld worden waaruit je dan kan kiezen. Links de goede boeken, rechts de slechte en er is geen enkele ruimte voor discussie meer aangezien de mensen democratisch hebben gestemd. Bij twijfel kan je steeds even een kijkje nemen in het wetboek waar dat alles nog eens grondwettelijk staat vastgelegd. Soms moeten wij het onszelf eens gewoon gemakkelijk durven maken.
Ik moest iets schrijven waaruit blijkt dat ik toch meer in mijn mars heb dan de gemiddelde twintigjarige jongen. Een verslag over een reis, of uitstap dat gaat nog wel. Ik vind dat relatief gemakkelijk. Ook op school vroeger heb ik daar nooit problemen mee gehad. Als wij met de klas ergens naartoe gingen, lette ik nooit goed op. In mijn hoofd was ik al begonnen aan het obligate opstel dat er zou komen. Het leven biedt weinig zekerheden, maar dat was er één van. Ik verzon de mooiste metaforen en schreef in mijn dromen lijnen vol met allemaal zelfbedachte bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, en de gids ondertussen maar uitleg verschaffen over stalagmieten en stalactieten. Als de meester dan later de verbeterde exemplaren teruggaf, haalde ik altijd maar net de helft van de punten. Dat komt doordat ik de uitleg van die gids nooit helemaal goed begrepen had, en ik dan maar een verhaal verzon, zo denk ik. Ik schreef over mietjes die het niet aandurfden de grotten in te gaan omdat zij schrik hadden van de tieten die daar zomaar open en bloot in al hun weelde, hoerig, voor het grijpen lagen. Ik vond dat grappig toen.
HOOFDSTUK 3: Sneeuw
« HOOFDSTUK 4: Columns HOOFDSTUK 2 »
Reactie plaatsen
Reacties