Rommel

Ze is nu al drie weken begraven en nog steeds vind ik rommel van haar.
Gisteren nog drie plastic zakjes die ze achter de koelkast had laten vallen, maar nooit heeft opgeraapt.
Een glas met een restje limonade – helemaal vastgekoekt natuurlijk -


Een oordopje onder haar kussen.
Overal gedragen slipjes: van onder het kastje in de badkamer tot op de achterbank van de auto.
(dat ik het had uitgetrokken, betekent niet dat zij er niet aan had kunnen denken).
De stapels boeken en tijdschriften aan haar kant van het bed had ik meteen na het overlijden opgeruimd.
Het waren er meer dan vijftig. Er zat zelfs een Flair bij uit ónze eerste jaargang, en een mannenblad dat ze nooit aan mij had getoond.


Eindelijk die roze haarborstel waar die liggen moet: op het badkamerrekje en niet op de eettafel.
(maar zelfs dan vrees ik dat het nog maanden zal duren vooraleer ik haar lange blonde haren niet meer in de woonkamer vind)
Ook haar nagels knipte ze daar.
In T-shirt en onderbroek op de zetel. Een beetje vies en sexy tegelijk.


Onder de kussens van de zetel heb ik nog eens niet durven kijken.
De bibliotheek heeft een aanmaning gestuurd.
Maar hoe ik ook zoek: tussen al die andere rommel vind ik de boeken die ze ontleende niet.
Zelfs de afwas had ze die ochtend laten staan.
En het putje van de douche zit verstopt.
Ik poets de hele dag.
Maar soms vrees ik dat ik het allemaal nooit meer zo schoon zal krijgen als het was.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.